Last of zegen? Gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen

Hoe krijg je nu bewoners betrokken in hun eigen woongebouw? In veel woongebouwen is een gemeenschappelijke ruimte. Hier kunnen bewoners koffie drinken, een kaartje leggen of een bingo organiseren. Corporaties kiezen er veelal voor om een commissie van bewoners het beheer over die ruimte te geven. Dat pakt goed uit of juist helemaal niet. Vooral dat laatste is een probleem. Wie gaat er eigenlijk over? Zijn er goede oplossingen of voorbeelden? Hoe organiseer je een leefbaar woongebouw?

10 maart 2022 organiseerde de gemeente Rotterdam een evaluatiebijeenkomst van de subsidieregeling Vitale Leefgemeenschappen. Dit is een subsidieregeling bedoeld voor (sociale) interventies in (ouderen)wooncomplexen die aan corporaties door de gemeente wordt verleend. Er waren alleen vertegenwoordigers van de corporaties aanwezig. Deze sociale interventies zijn uitgevoerd door sociale entrepreneurs, zoals Studio BRUIS en Stadstrainers, en zijn pogingen om de leefbaarheid en de samenhang in de complexen te vergroten. Het zijn kleine subsidies van 5 tot 10 duizend euro. Deze interventies beklijven niet lang.

Uit de evaluatie met de corporaties bleek dat zij graag maatwerk per gebouw zien. Wordt met die interventies wel voldoende rekening gehouden met de Couleur Locale? Wat is de relatie met bestaande subsidies zoals ‘Opzoomeren mee’, voor het verbeteren van leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie in de wijk en de Thuisplusflats als antwoord op Langer Thuis Wonen?

Voorstel: stadsbreed interventieteam (corporaties – gemeente – zorgaanbieders)
– veel schrijnende gevallen (psychische hulpverlening niet altijd mogelijk)
– schulden
– GGZ-problematiek bij ouderen 55+
Interventieteam ook inzetten voor conflicten met bewonerscommissies

Ten tweede: stuur op het doorstroom- en toewijzingsbeleid; juiste mensen op de juiste plek huisvesten.

Evaluatie Vitale Leefgemeenschappen

Professor Anja Michielse heeft in opdracht van de gemeente deze subsidie geëvalueerd. Literatuuronderzoek gedaan. Ontmoeten helpt echt tegen eenzaamheid. Gescheiden mensen of weduwen (man/vrouw) zijn niet financieel draagkrachtig. Op deze groep mensen is wel enige vorm van sociale controle nodig omdat ze anders verpieteren en hun gezondheid rap achteruit gaat.

Diversiteit: niet direct zichtbaar maar buren ook van verschillende afkomst doen dingen voor elkaar (oppassen, potje koken, vuilnis buiten zetten, boodschappen doen).

Tegelijkertijd door taalbarrières zoeken de groepen elkaar op (Turken bij Turken, Kaapverdianen bij Kaapverdianen etc). Ook bestaan cultuurverschillen: islamitische cultuur verbiedt samengaan mannen en vrouwen. Advies: laat de groepjes vrouwen ontstaan voor hulp onder elkaar, het helpt enorm tegen de eenzaamheid.

Beleid van de corporaties is het mengen van jongere ouderen met oudere ouderen. Uitkomst van het onderzoek: jongere ouderen doen niks voor oudere ouderen.

Sociale interventies zoals Stadstrainers en Studio BRUIS boren potentie aan bij complexbewoners die anders niet naar boven waren gekomen. De interventie leidt ertoe dat verschillende mensen met verschillende vaardigheden leren met elkaar om te gaan. Hieruit volgt: interventies zijn nodig in de ouderencomplexen waar sociale cohesie ontbreekt. In kleinere complexen is de drempel lager en kunnen de bewoners gemakkelijker worden betrokken en de behoeften worden aangeboord. Het proces is niet gemakkelijk: heeft lange aanlooptijd nodig om vertrouwen te kweken en relaties op te bouwen.

Een belangrijk resultaat uit het onderzoek is: Corporatie, stel op iedere galerij een contactpersoon aan.

Succesfactoren:

  • motiveren (een groep vormen van bewoners die de kar willen trekken).
  • nieuwe samenstelling (niet de bewonerscommissie)
  • werving door persoonlijke benadering
  • verschillende types samen brengen
  • de welzijnsprofessional en de woonconsulent / huismeester moeten de vinger aan de pols houden.

Aanpak:

  • methodiek kiezen (flexibiliteit inbouwen)
  • inspelen op behoeften bewoners en bestaande sociale processen
  • starten met laagdrempelige aanpak
  • clubgevoel stimuleren

Uitdagingen:

  • leegstand: geen sturing op instroom in complexen
  • samenstelling trekkersgroep
  • blijvend motiveren van actieve bewoners
  • bereiken van nieuwe huurders
  • kleinschalige onderlinge hulp is onzichtbaar maar heel belangrijk
  • bewonersmix in balans
  • sociale veiligheid

Leegstand is een bedreiging voor de sociale samenhang in de flat.

Uitkomsten:

4 uur welzijn per week is per flat nodig om de sociale interacties te stimuleren en de sociale cohesie te bevorderen, anders gaat de leefbaarheid in een complex achteruit. Daarop heb ik een rekensom losgelaten. In Rotterdam zijn er 266 ouderencomplexen: 266 x 4u x €75 x 42 wkn = € 3.351.600. Het gemeentelijk budget van welzijn is veel hoger. Het zijn keuzes die aan de politiek wordt overgelaten. Ikzelf zou voor deze financiering kiezen omdat veel andere problemen met bijbehorende kosten op deze manier kunnen worden voorkomen.