Overheid Zorg

Adviseur woonzorgconcepten

In het altijd dynamische Rotterdam ben ik terug in op het werkterrein waar ik het liefst werk: op het snijvlak van zorg, wonen en welzijn. Eerst ben ik aan de slag gegaan als adviseur bij de corporatie MaasWonen. Deze kleine ouderenhuisvester is in korte tijd een normale financieel gezonde corporatie geworden, die bij de landelijke toezichthouders de laagste risico’s scoort op de door hen gebruikte risicoprofielen. Hier heb ik geholpen bij het maken van het strategisch beleidsplan en de portefeuillestrategie. Ook heb ik mede het nieuwe programma Langer Thuis geïnitieerd.

Nu ben ik actief als adviseur woonzorgconcepten bij de grootste zorgorganisatie van Rotterdam: Laurens. Laurens zat in zwaar weer als gevolg van de systeemveranderingen in de zorg, maar is, ondanks Corona, een bloeiende, financieel gezonde organisatie met 6.000 medewerkers. De gevolgen van het scheiden van wonen en zorg biedt uitdagingen die door de zorgorganisatie worden beantwoord met nieuwe woonzorgconcepten. Een belangrijke rol speelt de gemeente Rotterdam bij het zoeken naar nieuwe mogelijkheden die oplossingen bieden voor de huisvestings- en zorgbehoefte van ouderen. Zij hebben de corporaties, ontwikkelaars, zorg- en welzijnsorganisaties verleid het Langer Thuis Akkoord te tekenen (februari 2020). Hier is een strategische agenda uit voort gekomen die nu langzaam over de stad wordt uitgerold. Nieuwe begrippen worden langzaam realiteit.

Ouderenhubs worden ingericht. Een Ouderenhub is stedelijk knooppunt in een netwerk van voorzieningen waar oud en jong gebruik van maken om zelfstandig te kunnen leven, wonen en werken. Vanuit Laurens mag ik de Ouderenhubs van Ommoord en in Crooswijk (Rubroek) mee helpen vorm te geven. Het is een kwestie van netwerken, samenwerken en nadenken hoe we de uitdagingen van een ouder wordende samenleving in Rotterdam het hoofd kunnen bieden.

Het zijn angstaanjagende cijfers; het aantal 65-plussers verdubbeld binnen tien jaar. Tien jaar later heeft een groot deel van deze ouderen hulp, ondersteuning en zorg nodig om zelfstandig thuis te blijven wonen. En wij hebben de mensen niet. Het beleid is al die jaren niet echt veranderd. Onder hoge maatschappelijke en politieke druk (Tweede Kamer!) heeft iedereen recht op zorg. Financieel kunnen wij dat als bv Nederland niet opbrengen over enkele jaren. De Corona-pandemie versluiert dit lange termijn probleem van de financierbaarheid van de zorg. Het bestaande tekort aan mensen die in de zorg werken zal snel vergroten door de hoge vraag. Met de introductie van de Wmo is al gekeken wat mensen zelf kunnen doen. Innovaties in de zorg (beeldbellen, thuisopname van bloeddruk en zelfmedicatie), technologische vernieuwing (sport- en gezondheidshorloges, big data-analyses) alsmede robotisering (tilapparaten, medicijnverstrekkende klokken en converserende, aaibare robots) gaan zeker helpen. Maar het zal niet genoeg zijn.

Veel vertrouwen heb ik in het concept van de ‘positieve gezondheidszorg’. Het is een paradigma verschuiving: niet langer gaat de aandacht uit wat iemand niet meer kan, naar wat iemand wél kan. Principes als ‘welzijn op recept’ zijn hier in verwerkt. Problemen als eenzaamheid en de gevolgen van chronische ziekten worden anders opgepakt. Mensen worden met lotgenoten in contact gebracht. Zij worden gestimuleerd om samen te wandelen, activiteiten te ondernemen, om moestuintjes te bewerken en de producten ervan samen op te eten. De eerste resultaten zijn veelbelovend en leiden al tot minder ziekenhuisbezoek.

Het samen eten en ontmoeten staat centraal in de ‘Thuisplusflat’ die ik namens Laurens samen met verhuurder MaasWonen en welzijnsorganisatie Buurtwerk in Ommoord mag ontwikkelen en inrichten. Het ‘gat’ tussen wonen, zorg en welzijn dat door het scheiden van wonen en zorg is ontstaan, proberen wij te dichten. Dat doen wij door een goede, hechte organisatie en met geld. De gemeente Rotterdam legt € 15 per week per persoon met een Wmo-indicatie bij, die in de flat woont met het predicaat ‘Thuisplusflat’. Tot een maximum van 100 personen met een Wmo-indicatie. In totaal € 78.000 per jaar. Dit bedrag is een relatief klein bedrag vergeleken met de zorg(kosten) die een groot aantal bewoners in de flat van diverse zorgaanbieders ontvangt op basis van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Maar het blijkt het ontbrekende bedrag te zijn om in de gemeenschappelijke ruimte weer een plek van ontmoeten en samen eten te maken. Het daagt de verhuurder uit om het welbevinden van de huurder te vergoten en het daagt zorgaanbieder Laurens uit om een vast zorgteam te vormen dat bijna alle zorg gaat verlenen in de flat. Een centrale rol is toebedeeld aan de wijkverpleegkundige. Deze heeft voortdurend contact met het vaste zorgteam, met de huismeester en de woonconsulent van de verhuurder en met de buurtwerker van de welzijnsinstelling. Zij zijn samen de bekende gezichten in de flat en het aanspreekpunt voor de bewoners. Op deze wijze gaat zich een hechtere gemeenschap vormen in de flat.

De businesscase die ik voor de Thuisplusflat heb opgesteld laat zien dat het financieel kan. Het laat zien dat de maatschappelijke opbrengsten voor de bewoners groot zullen zijn. De gemeente Rotterdam gaat voor de Thuisplusflats een maatschappelijke kosten en baten analyse (MKBA) opstellen. Op voorhand zijn gemeente, zorgorganisaties en zorgverzekeraars nieuwsgierig naar de uitkomsten. Ook ik ben nieuwsgierig en benieuwd naar de toekomst van deze veelbelovende initiatieven waar ik aan mag meewerken.

4 januari 2021